Interview met een woonbegeleider
Bij wat voor bedrijf werkt u? Wat doet dit bedrijf?
Ik werk bij een psychiatrische instelling. Dit bedrijf zorgt voor allerlei mensen. Bijvoorbeeld mensen met een verstandelijke beperking, een stoornis of een psychische ziekte. Maar er zijn ook mensen die een ongeluk hebben gehad en daardoor schade aan hun hersenen hebben, of mensen met een verslaving.
Wat voor werk doet u precies?
Ik werk met mensen die een autistische beperking hebben. Mensen met autisme verwerken informatie anders dan mensen zonder autisme. Het is voor hen bijvoorbeeld lastig om signalen die mensen geven te begrijpen.
Deze mensen wonen samen in een woonhuis of afdeling. Ik help ze met allerlei dingen die ‘gewoon’ zijn voor niet-autistische mensen. Bijvoorbeeld door uit te leggen wat ergens mee wordt bedoeld. Maar bijvoorbeeld ook boodschappen doen en koken doen we samen.
Hoe bent u bij dit beroep terecht gekomen?
Ik was eerst kok in deze instelling. Op een gegeven moment sloten de keukens. Ik heb toen een opleiding gedaan, want ik wilde graag voor deze mensen blijven zorgen. Ik heb toen de opleiding SPW 4 (Sociaal Pedagogisch Werk) gedaan. Daarna heb ik nog allerlei opleidingen gedaan en certificaten gehaald. Inmiddels doe ik dit beroep al 12,5 jaar met veel plezier!
Wat is het mooiste aan uw werk?
Als ik mensen heb geholpen om de dag goed door te komen. Of als ik iets voor ze heb geregeld, of ik ze wat plezier en gezelligheid heb kunnen bieden. En dat ze daardoor gerustgesteld naar bed kunnen gaan, en vertrouwen in de volgende dag hebben. Dat ze het gevoel hebben dat alles goed komt. Dat geeft een goed gevoel, dat je wat voor ze hebt betekend.
Wat vindt u zelf het minst leuk aan uw werk?
Je moet soms lang achter elkaar werken, dat kan zwaar zijn. Of ’s avonds, ’s nachts, in het weekend of op feestdagen. Als je vrienden of familie vrij zijn, kan het zijn dat jij moet werken. Dat hoort erbij. En soms zijn er verdrietige momenten. Bijvoorbeeld als er een bewoner overlijdt of ziek wordt. Gelukkig kun je bij collega’s vaak veel steun vinden.
Wat voor type mens moet je zijn om dit beroep goed te kunnen doen?
Een zorgzaam type. Je moet gewend zijn om voor anderen te zorgen. Ook moet je het niet erg vinden om op verschillende tijden te werken. Dit beroep kan soms ook zwaar en verdrietig zijn. Daar moet je wel tegen kunnen.
Op welke manieren kan je in dit beroep nog bijleren, specialiseren of verder groeien?
Je kunt volop doorgroeien. Bij mijn werkgever kun je allerlei cursussen volgen. We hebben een eigen opleidingscentrum, waar je leert van mensen binnen de organisatie. Maar je kunt ook buiten het bedrijf cursussen volgen.
Hoe ziet u zelf de toekomst van uw beroep voor zich?
Op het moment van dit interview is er in de zorg een tekort aan personeel. Er is minder geld voor de zorg, en er werken mensen zonder goede opleiding. Voorlopig zal dat wel zo blijven, denk ik. Toch verwacht ik dat het gaat veranderen. Ik heb al verschillende hoogte- en dieptepunten in de zorg meegemaakt.
Wat zou u verder nog willen zeggen tegen scholieren die later dit werk willen doen?
Kies dit beroep met je hart. Iets voor anderen willen betekenen is veel waard. Het geeft je echt een goed gevoel!